Een nieuw kabinet heeft de sleutel in handen om snel goede stappen te zetten naar een duurzame bio-economie. Biogrondstoffen zijn nodig om de chemiesector en onze (bouw)materialen te verduurzamen. Materialen die gemaakt zijn van planten dragen bij aan de opslag van CO2. Reststromen die niet toepasbaar zijn als materiaal kunnen altijd nog gebruikt worden voor warmtevoorziening of elektriciteitsopwekking. Meer inzet van biogrondstoffen kan en moet bijdragen aan meer biodiversiteit, natuurbehoud en goed bodembeheer. Lees hier onze brief aan de formateur en de fractievoorzitters. Wat is er nodig?
Samen sterker
Het is essentieel dat de overheid over de grenzen van sectoren kijkt. Landbouw- en bosbouw zijn de leveranciers van biogrondstoffen. Meer focus op biogrondstoffen kan het verdienmodel van agrarische sector verbeteren: productie die niet nodig is op de voedsel- of veevoedermarkt vindt een toepassing in de groene maakindustrie. Hierdoor kunnen prijzen stabiel zijn voor de akkerbouwers. Suikerbieten bieden veel mogelijkheden, maar ook nieuwe teelten zoals hennep. Maar daarvoor is wel het commitment nodig van de chemie en bouwmaterialensectoren om fossiele grondstoffen daadwerkelijk te vervangen door biogrondstoffen. En er is commitment nodig om landbouw te combineren met biodiversiteit en natuurbeheer.
Nieuw leiderschap
Een transitie komt er niet vanzelf: de markt kan uit zichzelf niet omschakelen omdat fossiele grondstoffen – met de daarbij horende vervuiling – nog te goedkoop zijn. Voor duurzame materialen is het dan moeilijk concurreren. De overheid moet daarom de bakens verzetten: adequate beprijzing van CO2 in de hele keten en dus niet alleen de CO2 die uit de schoorstenen komt; een markt scheppen voor duurzame materialen door verplichtingen of stimulansen; een duurzaam inkoopbeleid en bovenal: perspectief bieden. Wij zien een Nederland en Europa voor ons waarin een duurzame landbouw ruimte krijgt zich te ontwikkelen in balans met biodiversiteit en natuurbeheer en waarin een nieuwe industrie zich toelegt op duurzame producten. Dat perspectief verdient én vraagt nieuw leiderschap.
Nu doorpakken!
De overheid moet snel werk maken van haar nieuwe rol. Er zijn inmiddels talloze studies geproduceerd. Er zijn rapporten en adviezen van de SER en het PBL, er is een Routekaart Biogrondstoffen. En er is commitment bij een groot deel van de samenleving om werk te maken van een CO2-neutrale economie. De tijd dringt. Er zijn kansen te over voor Nederland om een rol te spelen in de Europese bio-economie. We hebben de kennis, de infrastructuur, de industrie en de innovatiekracht van de landbouw om toonaangevend te zijn. Alles wat we moeten doen is nu doorpakken.