Wat is een bioketel?

Een biomassa-installatie

Een biomassa-installatie bestaat in hoofdlijnen uit drie onderdelen. De opslag, het toevoersysteem en de ketel.

Houtopslag vindt plaats in een bestaand gebouw of in een aparte ruimte, zoals een bunker of een zeecontainer. Belangrijk is dat de aanvoer en het lossen gemakkelijk kunnen plaatsvinden. Een leverancier vult de opslag regelmatig bij. De beheerder of eigenaar van de ketel hoeft hier doorgaans niet bij aanwezig te zijn.

Vanuit de opslag wordt de brandstof vervoerd naar de ketel. Hiervoor zijn verschillende volautomatische systemen beschikbaar. Denk aan een transportschroef, een mengarm of een ‘walking floor-systeem’. Houtpellets kunnen pneumatisch vervoerd worden; ze worden in een slang van de opslag naar de ketel geblazen.

Ketels zijn er in veel soorten en maten. Met een vermogen van 4 kW voor een klein woonhuis tot tientallen megawatts voor een industriële installatie. Van basisversies tot volautomatische varianten. Meestal worden ketels ingedeeld op basis van de wijze van verbranding.

Voor uitgebreide informatie hierover verwijzen we naar de publicatie ‘Warmte uit hout’.