Energielabels

Energielabels

Waardering Energielabels
De maat waarmee energiezuinigheid wordt aangegeven heet Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC). Op dit vlak zijn in de Bouwwetgeving volop wijzigingen gaande. De bedoeling van de Rijksoverheid is dat houtketels bij bedrijven en instellingen gewaardeerd worden op een EPC factor 0. Dat betekent dat ze als duurzaam worden gezien. Dit is in overeenstemming met de Europese richtlijnen die biomassa, wind-, zonne- en bodemenergie als vergelijkbare duurzame technieken zien. Voor houtketels en –kachels die niet onder het Activiteitenbesluit vallen, zoals in huishoudens, is het de bedoeling van de Rijksoverheid deze te waarderen op factor 0,5. Dan moeten deze kachels en ketels wél aan strenge emissienormen voldoen. Hiervoor wordt in 2015 een lijst opgesteld. Het is afgesproken dat het NEN instituut deze wijzigingen in haar normering vastlegt.

Gelijkwaardigheidsverklaring
De NBKL heeft deelgenomen in een NEN subcommissie betreffende NEN 7120. Ook voor biomassaketels moet het vanzelfsprekend worden dat deze standaard meegenomen worden in EPC berekeningen en andere duurzaamheidsberekeningen. TNO heeft van ons de opdracht gekregen om een gelijkwaardigheidsverklaring op te stellen. Deze vindt u hier. Daarmee kan een biomassaketel nu worden meegenomen in een EPC berekening. Overigens hebben nog niet alle softwareleveranciers van de EPC de keuze ‘biomassaketels’ in hun programmatuur opgenomen.

Vergunning
Houtketels kleiner dan 50 MW zijn niet vergunningplichtig. Alleen als B-hout (sloophout e.d.) wordt verbrand verandert de situatie omdat B-hout door de overheid niet gezien wordt als biomassa, maar als afval. Bij installatie van een houtketel bij een inrichting volstaat veelal een melding bij het bevoegd gezag (de Regionale Milieudienst).