Nieuws

Stopzetting ISDE gebaseerd op drijfzand

Op 11 november heeft de minister van Economische Zaken en Klimaat aangekondigd dat het kabinet stopt met de ISDE-subsidie voor biomassaketels per 1 januari 2020. Volgens de minister blijkt uit de evaluatie van de ISDE dat de negatieve effecten van de uitstoot van koolmonoxide, fijnstof en met name stikstof van biomassaketels groter zijn dan het positieve effect van de CO2-reductie.

De NBKL bestrijdt deze conclusie ten stelligste. Het blijkt namelijk dat in de evaluatie niet de negatieve effecten van bioketels zijn meegenomen, maar de negatieve effecten van verouderde houtkachels. Ook heeft het onderzoeksbureau zich gebaseerd op andere onjuiste feiten. Als het bureau de juiste feiten had gebruikt, dan was er een positieve conclusie over bioketels uit gerold.  Hierover heeft de NBKL een brief gestuurd aan het onderzoeksbureau en aan de minister.

Uit de evaluatie blijkt overigens dat bioketels verreweg de belangrijkste categorie installaties zijn als het gaat om duurzame, kleinschalige verwarmingsinstallaties. Zij leveren 2,6 PJ van het totale effect van de regeling over de periode 2016-2018 van 5,3 PJ. De doelmatigheid van de subsidieregeling blijkt bovendien voor bioketels uitzonderlijk hoog: de kosten zijn slechts € 18/ ton CO2, terwijl deze kosten bijvoorbeeld voor warmtepompen berekend worden op € 127/ ton CO2.

Het steekt de NBKL al jaren dat de ISDE de minder schone bioketels voortrekt, doordat de subsidie wordt verstrekt per vermogen en er niet wordt gekeken naar investeringskosten of de kwaliteit van de ketel en de installatie. Dat uit de evaluatie blijkt dat de bioketels onder de ISDE relatief vervuilend zijn, heeft ons dan ook niet verbaasd. We blijven de minister vragen dat hij de nieuwe ISDE zó vormgeeft dat de betere en schonere bioketels niet meer worden achtergesteld.